Interieur zonder kleur
Els Fiers | Focus-Knack, 5 December 2006
Tot hiertoe was het doorgaans gebiologeerd kijken naar de maquettes van Hans Op de Beeck (37). In zijn op schaal uitgewerkte stadslandschappen zat al eens een ijzeren vervreemdingselement, een verleidelijk futuristisch rampscenario of een romantische, Friedrich-achtige verlatenheid. Die sferen voor dolende zielen hadden iets doorgedrevens, waardoor ze poëtisch en geloofwaardig bleken. Voor Family, Scenes and Sceneryzijn echter niet langer de stadsscènes, maar wel families en binnenhuistaferelen aan de orde. Drastisch afwijken van zijn gebruikelijke beeldtaal doet Op de Beeck daarmee niet, maar de donkere dimensie van vroeger valt wel minder intens uit. Op de afgeborstelde tentoonstelling vind je onder meer een elegante, verkleinde woonkamer die helemaal in glimmende zwarte autolak is gespoten. Interieurtechnisch zitten er opzettelijke fouten in de inrichting: voor het strakke, moderne architectuurframe zijn de meubels te log en is het kerstboompje te alledaags. Ook de uitvergrote witte feestdis met taarten en propvolle asbakken is een angstvallig afgewerkte eyecatcher, en dat geldt nog eens voor een melancholische, grijze kasteelsetting die ontsnapt lijkt uit de film Great Expectations. Mooi, maar toch is er iets aan de hand en mis je een ingrediënt dat voorheen duidelijker uit het werk van Op de Beeck sprak.
In de video The Stewarts have a party wordt een fictieve familie bij elkaar gemanipuleerd en geportretteerd in een kraakwit decor. Verzorgd is de film zonder meer, maar meeslepend is anders en dat heeft veel te maken met een nogal gezochte visuele invulling. Ook de witte bas-reliëfs van achtergebleven feestinterieurs kunnen moeilijk overtuigen. Dezelfde curieuze ballonnetjes uit The Stewarts en dezelfde klinische witheid maken de vlakke sculpturen decoratief en een beetje kil, en het is niet gemakkelijk om er een logica in te ontdekken. Dankzij een paar stevige installaties is Family lang geen onverdienstelijke expo, maar verbazend genoeg spreekt er een burgerlijkheid uit die stremmend werkt. De toon is fatsoenlijk, met een schepje kijk-eens-hoe-banaal-toch, die leren mammoetkeutelzetels van de bourgeoisie. En in die schemerzone blijf je vaak in het ongewisse over waar Op de Beeck juist naartoe wil.