Hans Op de Beeck
Yoon Hee Lamot | AAA, 5 February 2007
Het werk van Hans Op de Beeck (°1969 Turnhout) kun je vergelijken met een kwalitatieve film: je weet dat het niet echt is, dat het geënsceneerd is, maar eens je je er volledig aan overgeeft, voelt het aan als je eigen realiteit. Kies je echter om er niet in mee te gaan, dan verbaas je je toch over de manier waarop het in elkaar gestoken werd, over de stijl, de mise-en-scène, de acteurs ...
De toeschouwer wordt in het multidisciplinaire oeuvre van deze Belgische kunstenaar een belangrijke rol toebedeeld. Hij treedt - soms letterlijk - binnen in het werk en kiest zelf de manier waarop hij het wil beleven. Op de Beeck biedt beide mogelijkheden aan, maar dringt nooit op. Zo nodigt Location (5) de toeschouwer uit in een wegrestaurant dat op ware grootte in de tentoonstellingsruimte is gebouwd. Alles werd door de kunstenaar en zijn entourage ontworpen en met de hand gemaakt, zelfs de uitkijk op een nachtelijk snelweglandschap dat je doet wegdromen of laat mijmeren. Niets is echt, het interieur is volledig zwart en de drankjes en hapjes onbestaand. Toch is de illusie alomtegenwoordig, klaar om toe te slaan en tegelijk bereid in het niets te verdwijnen.
Hans Op de Beeck kreeg zijn opleiding beeldende kunsten aan de Hogeschool Sint-Lukas in Brussel, volgde daarna de posthogeschoolvorming aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen en studeerde in 1999 ten slotte af aan de Rijksakademie van Amsterdam. In 1998 liet hij al van zich horen met de maquette Location (1), een nachtelijk kruispunt met stoplichten. Dit winters tafereel met kale bomen en bevroren wegen is compleet verlaten. Alles is donker en wordt slechts verlicht door een blauw maanlicht en de verspringende verkeerslichten. Het desolate is bijna een constante in zijn werk: foto’s van verlaten publieke plaatsen, video’s van onder meer een eindeloos dalende roltrap en achtergelaten gedekte tafels. Als de mens al aanwezig is, dan kijkt hij de toeschouwer dromerig aan door de achterruit van een rijdende auto, hollen ze in een witte ruimte zonder ooit vooruit te raken of worden ze gemanipuleerd zoals een marionet. Ook het gebrek aan communicatie tussen de personages in zijn creaties lijkt wel een leitmotiv. De enige communicatie die daadwerkelijk plaatsvindt, is deze tussen het kunstwerk en het publiek, dat zich in eerste instantie in een realiteit waant, maar al snel beseft dat er iets niet klopt. De bevreemding is alomtegenwoordig en ook telkens weer overtuigend. De kracht van Op de Beeck schuilt dan ook voor een groot deel in zijn veelzijdigheid, waardoor zijn werk probleemloos een rode draad verdraagt zonder te vervallen in het déjà-vugevoel. Maquettes, levensgrote installaties, sculpturen, maar ook video’s, foto’s en animatiefilms nemen de toeschouwer mee in zijn eigen herinnering, zijn eigen wereld, of toch net weer niet?