Hans Op de Beeck, On vanishing
Christine Veugen | Kunstbeeld-CV, 5 February 2007
“Het is zwaar selecteren omdat ik de onhebbelijkheid heb om heel veel werk te maken” , zei Hans Op de Beeck toen er in zijn atelier in Brussel werd gewerkt aan het boek. Hij vergeleek het toen met een parelsnoer: een aaneenrijging van modules waar we kunnen doorwandelen. Het resultaat is iets tussen een klassieke monografie en een kunstenaarsboek. De Engelstalige teksten zijn een samenwerkingsproject van Nicolas de Oliveira en Nicola Oxley, docenten aan de London Metropolitan University, medeoprichters van het Museum of installation in Londen en coauteurs van twee standaardboeken over installatiekunst waaronder ‘Installation art in the New Millenium: Empire of the Senses’. Zij positioneren zich niet als de heren die alles beter weten, ze sluipen rond het werk, ontdekken verschillende invalshoeken en dwalen af naar andere domeinen als literatuur, film of filosofie. Ze penden een inleiding en vijf teksten die tussen de beeldmodules zijn geschoven: ‘Momentum’ (de lens van de reiziger), ‘Nowheres’ (de onderompeling) ‘Playtime’ (tuinen, kermis, muntautomaten), ‘Ruins’ (verval en herinnering) en ‘Witness’ (de relatie kunstenaar-kunstwerkpubliek) omcirkelen telkens een eigenschap van het oeuvre waarbij eenzelfde werk meermaals kan terugkomen. Tegelijkertijd verwijzen ze overvloedig naar elders, naar ‘In the Country of the Last Things’ van Paul Auster, de film ‘Koyaanisqatsi’ of de filosoof Jacques Derrida. Is dit bestemd voor de erudiete lezer? Laat u niet afschrikken: de teksten blijven helder, hoewel ze weinig houvast geven. En dat is net de bedoeling. We mogen vrij bewegen door een veelheid van visies waarin tevens de vroegste werken of het nog niet gerealiseerde Location (6) aantreden. De beeldclusters geven dezelfde bewegingsvrijheid. Zonder chronologische volgorde worden werken gegroepeerd, wat bijvoorbeeld een virtuele wandeling oplevert door tekeningen waarin de schutting pagina na pagina doorloopt. Zo komen we in een wereld terecht die dicht aansluit bij het werkelijke werk en ergens bijna een werk op zich wordt.