Support Magazine
Support Magazine, 5 September 2007
**Een van de meest gehoorde klachten van mensen met een lichamelijke beperking is de afhankelijkheid van hulpmiddelen en mensen. Anderzijds leidt de steeds verder automatiserende maatschappij tot afhankelijkheid voor iedereen die hieraan deelneemt. Zijn we in zekere zin niet allemaal afhankelijk?
Zondag 28 oktober vond het debat ‘Het lichaam voorbij’ plaats. Aanleiding voor dit debat was de tentoonstelling Extensions van beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck in het Centraal Museum in Utrecht. De Belgische kunstenaar wil met deze tentoonstelling de verweving van technologie en het menselijk lichaam illustreren.
Support Magazine is benieuwd naar de mening van experts op het gebied van technologie in relatie tot de mens en vroeg een filosoof, een neurochirurg en de kunstenaar naar hun mening.**
Drs. André Krom, filosoof
‘In zekere zin zijn we allemaal afhankelijk van technologie. Dat lijkt me een feit. Afhankelijkheid is echter een lastig begrip. Je moet per geval kijken wat het doel is van de technologie. Kijk, iemand die een ingrijpende operatie ondergaat is op dat moment afhankelijk van de beademing. Als zo’n apparaat ermee stopt, is de patiënt ten dode opgeschreven. Als ik een vriend wil bellen, ben ik afhankelijk van mijn telefoon. Zonder die telefoon kan ik hem niet bellen. In beide gevallen is er sprake van afhankelijkheid, maar wel in verschillende ordes. In het eerste geval is het doel "leven". In het tweede geval is het doel "communicatie". Om die reden kun je dus ook niet zeggen dat het eerste geval beter of slechter is dan het tweede geval. Je kunt het niet met elkaar vergelijken en dus ook niet beoordelen of het nu goed of slecht is.
Daarnaast is het interessant om te bekijken waar die afhankelijkheid precies in schuilt. Stel dat twee personen met de trein van A naar B gaan. De een zit in een rolstoel, de ander niet. Beide personen zijn afhankelijk van de trein in de zin dat het ding op tijd moet komen. Als de trein eenmaal bij het perron staat, moet er een plank beschikbaar zijn. Als zo’n ding er niet is, zou je kunnen zeggen dat je in je rolstoel een grotere mate van afhankelijkheid ervaart. De afhankelijkheid zit hem in dit geval niet in één technologisch hulpmiddel, maar in de aansluiting tussen verschillende technologieën. Gek genoeg zou je dus eigenlijk kunnen concluderen dat we nog niet voldoende afhankelijk zijn van technologie. Als afzonderlijke hulpmiddelen ons voldoende zouden ondersteunen en vlekkeloos op elkaar zouden aansluiten, zouden we enerzijds afhankelijker zijn, maar zou dat anderzijds tot minder problemen leiden’.
Hans Op de Beeck, beeldend kunstenaar
‘Tegenwoordig is men in de geautomatiseerde westerse leefwereld, mét of zonder fysieke beperkingen, op verscheidene niveaus afhankelijk geworden van de technologische matrix, die zich zowel op micro- als op macroniveau manifesteert. Ons geautomatiseerde bestaan, met zijn voorverpakte eenpersoonsmaaltijden in de supermarkt, mobiele telefoontjes, roltrappen, liften, betaalkaarten enzovoort, is dusdanig complex en gelaagd geworden dat, wanneer we bijvoorbeeld zonder elektriciteit vallen, we nog moeilijk normaal kunnen functioneren. De zelfredzaamheid wordt op vele niveaus ondermijnd, en we laten het gewillig gebeuren.
Uiteraard dien je alles als één complex en vernetwerkt geheel te beschouwen wanneer je iets als "afhankelijkheid" weegt. Je kunt natuurlijk wél stellen dat mensen met een fysieke beperking een duidelijke, aantoonbare afhankelijkheid hebben, die anders is dan de luxeafhankelijkheid van vele mensen die zonder fysieke beperkingen leven. Als je een elektrische rolstoel, een kunstbeen, een communicatiecomputer, of een volledig aangepaste omgeving nodig hebt voor dagelijkse handelingen, spreek je duidelijk over oplossingen die elementaire behoeften invullen.
Er is echter ook een grijze zone wat afhankelijkheid betreft en daarin zijn we soms niet al te eerlijk tegenover onszelf. Vaak is het bijvoorbeeld echt niet nodig, verstandig of netjes om voor een kleine afstand de auto te nemen. Maar een strikte afhankelijkheidsgrens is er niet. Stellen dat "het voornamelijk allemaal tussen de oren zit", vind ik dan weer een veel te forse, paternalistische uitspraak. Dat klinkt al te veroordelend. Je moet de mens ook krediet geven voor zijn zwakte. Niet iedereen heeft, zoals de Belgische, tot aan de borst verlamde triatleet Marc Herremans, de buitengewone mentale en fysieke kracht om heroïsche daden te verrichten. Je hebt het grootste recht om het moeilijk te hebben met een fysieke beperking; daar heeft niemand over te oordelen. De perceptie van een tekort, een beperking en een sociale omgeving is bij iedereen anders gekleurd. Het kunnen streven naar, of het realiseren van een vorm van zelfredzaamheid enerzijds, of onafhankelijkheid van luxe anderzijds is nobel en lovenswaardig, maar je mag het niet van iedereen verlangen. Elk heeft het recht om, op zijn/haar eigen ritme, zijn/haar invulling te zoeken. Wel vind ik dat mensen zonder mobiliteitsprobleem veel grotere inspanningen moeten leveren om constructief mee te denken vanuit het perspectief van iemand met fysieke beperkingen.'
Dr. Bon Verweij, neurochirurg
‘We zijn allemaal afhankelijk van technologie. We maken ons ook afhankelijk. Het is een feit dat waar techniek het laat afweten, we in de problemen komen. De ernst van die problemen hangt af waarvoor je die techniek gebruikt. Een vliegtuig dat een vleugel verliest, valt weliswaar onder de noemer "mobiliteit" maar geloof me, daar kom je niet levend uit. Je hoort weleens dat de techniek de gezondheidszorg onpersoonlijk maakt en dat er steeds minder mensenwerk aan te pas komt. In mijn operatiekamer is het precies het tegenovergestelde. Elk apparaat zorgt voor een toename in het aantal mensen in de OK, omdat het gecontroleerd moet worden. Bij mijn werk functioneert techniek niet zonder een menselijke controle. Techniek beïnvloedt je werk en leven dus ook. Je bent aan de ene kant afhankelijk van techniek, maar aan de andere kant moet je ook weten hoe die techniek functioneert om te kunnen ingrijpen als het fout gaat.
Ik geloof eigenlijk niet dat de afhankelijkheid bij mensen met een beperking nu anders is dan bij mensen zonder beperking. Afhankelijkheid heeft een forse mentale component. Het is maar hoe je ermee omgaat. Overigens denk ik dat technologie alleen vervolmaakt wordt als daar een markt voor is. Vooral de intuïtieve technologie die enorm goed verkoopt, wordt verbeterd. Aanpassingen aan het openbaar vervoer om verschillende technieken beter op elkaar te laten aansluiten, hebben dan helaas geen prioriteit.'