Geen enkele omgeving is onschuldig
Jozefien Van Beek | H(Art), 15 September 2012
Wie houdt van de troostende ruimtes van Hans Op de Beeck, kan dezer dagen terecht in Hannover en in Rijsel. In de Kunstverein heeft hij een retrospectieve en voor Lille3000 bouwt hij Location (6) opnieuw op.
Zevenhonderd vierkante meter tentoonstellingsruimte krijgt Hans Op de Beeck in Hannover ter beschikking. En dat is niet overdreven. Zijn vaak levensgrote installaties hebben plaats nodig. Dat ondervindt hij zelf ook bij het stockeren. 'Het werk waarmee ik de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst gewonnen heb, heb ik heel lang bijgehouden, maar uiteindelijk toch vernietigd', zegt Op de Beeck. 'Het nam te veel plaats in beslag.' Ook Location (5), een levensgrote interpretatie van een verlaten wegrestaurant boven een nachtelijke snelweg, had hij bijna bij het groot vuil gezet . 'Als het werk niet opgesteld staat, zijn dat vier tot de nok gevulde containers van veertien meter. Ik stond net op het punt het allemaal weg te gooien toen ik telefoon kreeg uit Japan. Het werk staat daar nu permanent opgesteld in het Towada Art Center. Dat is uitzonderlijk voor mijn grote installaties, die doorgaans het efemere karakter hebben van een theatervoorstelling. Als ze niet opgesteld staan, bestaan ze niet. Daarom was ik nu heel blij dat ik in Hannover weer enkele echt grote installaties van stal mocht halen.' In overleg met de curatoren besliste hij om de expositie een retrospectief karakter te geven. 'Omdat ik het type kunstenaar ben dat ongelooflijk veel maakt, is het heel moeilijk om een tentoonstelling te brengen die representatief is. Daarom hebben we ervoor gekozen een geheel van werken te tonen dat goed in elkaar haakt, meer dan dat het volledig weergeeft waar ik mee bezig ben.'
NIEMANDSLANDEN
Toch is er werk te zien uit verschillende periodes. Het vroegste werk dat getoond wordt, is Location (1) uit 1998, een evocatie op schaal van een nachtelijk kruispunt. En het meest recente werk is een video die hij een jaar geleden maakte in Buenos Aires. 'Ik heb die film gemaakt in de sloppenwijken in Buenos Aires. De huizen bestaan uit op elkaar gestapelde schoendoosvolumes. Telkens als ze weer wat centen hebben, zetten ze er een volume bij. In de video zie je enkele mensen die op hun dak een barbecue houden. Het is een heel kleurrijk en feestelijk tafereel met een rijpe namiddagzon die over het dak scheert. Een warm en menselijk tableau vivant met op de achtergrond de steriele, onpersoonlijke skyline van Buenos Aires. Aan dat onderwerp wilde ik raken zonder erover te oordelen. Het is geen arm versus rijk, maar gewoon een intiem familiaal moment op het dak.'
De video toont een gezellige bijeenkomst, maar in de meeste andere werken krijgen we een omgeving net voor of net na een samenkomst. Het zijn lege, verstilde decors. 'Veel installaties in de tentoonstelling zijn een soort vanitas-tafereel. Een locatie is normaal gezien een specifieke plek waar iets gebeurt, maar mijn "Locations" zijn eerder niemandslanden waar schijnbaar niets gebeurt. Of toch niet in strikt narratieve zin. Als toeschouwer krijg je alleen een omgeving te zien. Je wordt uitgenodigd je eigen verhalen erbij te denken. Ik hou erg veel van schrijvers als Raymond Carver, die in zijn kortverhalen vaak totaal onspectaculaire dingen laat gebeuren. Enkele mensen zitten samen en alle onbeholpen tragiek is tussen de lijnen van het gesprek te lezen. Wat er werkelijk aan de hand is, is voelbaar, maar onuitgesproken.'
Een rode draad in de tentoonstelling is de manier waarop mensen voor zichzelf ensceneringen creëren. 'Ik reflecteer over hoe we onze omgeving kneden en organiseren, zowel op kleine, huiselijke schaal als op grootstedelijke of zelfs mondiale schaal. We doen dat om onszelf een gevoel van identiteit en oriëntatie te geven, een geruststellende basis. Maar in mijn installaties en films zit steeds iets verraderlijks. Alles heeft een dubbele bodem. Geen enkele omgeving is onschuldig. Dat blijkt uit al mijn werk. Ook de proporties van de plek waar ik tentoonstel, zijn bepalend. Ik werk altijd met een enscenering of een bijsturing van de ruimte, want die heeft onmiddellijke impact op je ervaring. Daarom hebben we de hele Kunstverein verbouwd. Je wordt echt van de ene ruimte naar de andere gebracht in een totaalenscenering. Het is een parcours waar je na een heel witte, lichte ruimte in een nachtelijke duisternis terechtkomt. Een wandeling van de ene stemming naar de andere, van voile kleuren naar zwart-wit, van het ene medium naar het andere.'
PARALLELLE WERELDEN
De tentoonstelling in Hannover heet Visual Fictions. 'Het is een beetje een pretentieuze titel natuurlijk. Zeker als je het met zo'n foute Hollywoodstem zegt. (lacht) Maar het is de titel die het best past bij dit soort presentatie van mijn werk. Dat ik het woord fictie gebruik om het over mijn beeldend werk te hebben, is erg recent. Mijn kortverhalen zijn fictie, maar hebben altijd een grote mate van aannemelijkheid. De personages zouden echt kunnen zijn, de omgevingen zouden echt kunnen bestaan. Dat is voor mij van wezenlijk belang. Ik hou als schrijver niet van het fantasygenre. Ook in mijn beeldend werk gaat het me om die aannemelijke vorm van fictie. Ik roep onbestaande, parallelle werelden op die toch heel herkenbaar en actueel zijn. Het is nooit een kopie van de werkelijkheid, maar een interpretatie of een residu ervan. Mijn werk staat heel dicht bij hoe ik in het leven sta en de dingen ervaar. Mijn eigen ervaring vergroot ik uit tot een universeler verhaal. Location (6), het sneeuwpanorama uit 2008 dat nu in Rijsel te zien is, is een voorbeeld van onversneden fictie. Ik heb geen bestaand landschap nagemaakt. Het is een lege vlakte met kale bomen zonder anekdotiek. Achttien meter diameter, vier meter hoog. Hilarisch eigenlijk dat iemand de moeite doet dat te bouwen. De eerste versie van het werk heb ik met een ploegje medewerkers gemaakt in een steenkoude loods in Potsdam, bij Berlijn. Helemaal verkleumd hebben we er dag en nacht doorgewerkt. Soms dacht ik: waar ben ik toch mee bezig? Waarom sta ik hier dat belachelijk groot, mistig landschap van valse sneeuw te sculpteren? Ik heb me toen ook nog gesneden en moest tussendoor naar het ziekenhuis. Maar toen alles klaar was, zijn we allemaal in het observatorium gaan liggen. We staarden naar de fictieve sneeuwvlakte. En ineens was het daar. De flauwekul werd plots grote ernst. Magisch.'