Een kunstfilm die al mijn vooroordelen over het genre wegblies
Stef Selfslagh | De Morgen, 2 December 2019
Hans Op de Beecks ‘The Thread’ is een woordeloze, in ongewone hoeveelheden tederheid gedompelde kroniek over liefde en verlies. Beeld rv
Stef Selfslagh zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: de film ‘The Thread’ van de Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck.
Videokunst: het is en blijft een weerbarstig genre. De meeste kunstfilms die ik al gezien heb, gingen ofwel over een onbegrepen boom, ofwel over mensen die op diverse locaties in de stad wanhopig voor zich uitkijken tot ze in een opwelling van levenslust een trommelcollectief oprichten met pas afgestudeerde economiestudenten.
In het Tel Aviv Museum of Art zag ik onlangs echter een kunstfilm die al mijn vooroordelen over het genre wegblies als een herfstwind een slecht afgerichte bolhoed. Ik heb het over The Thread van de Belgische kunstenaar Hans Op de Beeck: een film die ik u met alle tekens die mij in dit stukje gegund zijn, zou willen aanraden. U hoeft niet eens naar naar Tel Aviv te zoeven om hem te kunnen zien, gewoon even richting sloffen, volstaat.
In The Thread volgen we twee punkers, vertolkt door levensgrote poppen. De film speelt zich af op één en dezelfde locatie – een anoniem bankje in een anoniem park – waar we de punkers op twee cruciale momenten in hun leven meemaken: de dag waarop ze elkaar in jonge en strakke toestand voor het eerst kussen, en de dag waarop ze – dit keer oud en rimpelig – door hun sterfelijkheid opnieuw uit elkaar gerukt worden. Tussendoor – dat zien we niet, maar dat voelen we wel – smullen ze van elkaar zoals uitgehongerde nachtbrakers van een broodje kebab.
The Thread is een woordeloze, in ongewone hoeveelheden tederheid gedompelde kroniek over liefde en verlies. Ik zag de film in het gezelschap van mijn vrouw. Na afloop waren we verliefder dan ooit, maar had zich ter hoogte van onze hartklep ook een acuut angstgezwelletje genesteld. Want: ‘Wat als ik jou kwijtraak voor jij mij verliest?’
We moesten ook denken aan de tweelingzus van mijn vrouw, die een jaar geleden machteloos had moeten toekijken hoe de onzichtbare draad – the thread, dus – tussen haar en de man van haar leven was doorgeknipt. Het was alsof de weduwetranen die ze sindsdien gehuild heeft de Middellandse Zee waren overgewalst om in een verduisterd museumzaaltje in Tel Aviv heel even over onze eigen wangen te komen biggelen.
En zo hielden De Grote Gevoelens in het Tel Aviv Museum of Art een emotionele aflossingskoers. Na liefde kwam angst, op verrukking volgde verdriet, berusting nam het over van verwarring.
Toen mijn vrouw en ik weer thuis waren, vertolkte N-VA’er Peter De Roover zijn inmiddels legendarische kritiek aan het adres van de culturele sector: “Vroeger hadden we kunstenaars met een beter oog voor schoonheid.”
Ik stel voor dat we de heer De Roover een week lang opsluiten in een gesubsidieerd filmzaaltje, hem driemaal daags The Thread toedienen en hem alsnog laten kennismaken met de potsierlijkheid van zijn uitspraak.