Binnenkijken bij kunstenaar Hans Op de Beeck
Koos de Wilt | Collect, 3 September 2020
De glooiende straten van Anderlecht zijn stil, hier en daar wandelen wat mensen met mondkapjes. Op een van de lange straten, vlakbij een kruispunt staat een vier verdiepingen hoog strak industrieel complex met op de eerste verdiepingen ateliers, op de derde het kantoor en auditorium en daarboven een etage waar het grote gezin Op de Beeck gaat wonen. Op kantoor is alles opgeruimd zoals je dat in een interieur van Hans Op de Beeck zou verwachten, alleen is de ruimte niet in het zachte grijs van zijn installaties, maar in het wit. Aan de grote Apple-schermen wordt stil gewerkt. Tijdens de eerste maanden van corona is het atelier uit solidariteit drie maanden dicht geweest, vertelt Hans Op de Beeck. Alhoewel België het virus er nog niet onder heeft, is het atelier weer opgestart. Samen met acht medewerkers werkt de kunstenaar tegelijkertijd aan tekeningen, schilderijen, foto’s, video- en animatiefilms, maquettes en grote installaties. Daarnaast schrijft hij verhalen en toneelstukken.
‘Mijn werk ontstaat door simpele ingevingen.'
Beneden, in het atelier dat eruitziet als een enorme timmerwerkplaats, staan tussen kisten met werken die terug zijn van tentoonstellingen verschillende grijze polyester beelden in verschillende fase van gereedheid. Een enorm doodshoofd, grote bramen, een uitrustende Braziliaanse danseres op een chesterfield, een vrouw met het lichaam van een marionet, een jongetje die op het punt staat een pijl te schieten. Op de Beeck houdt stil bij een beeld van een ouder stel in ochtendjassen. ‘Mum and Dad’ is een op halve grootte 3D geprint beeld van een ouder stel dat midden in de nacht naar iets kijkt wat op straat voor hun huis gebeurt. Op de Beeck: ‘Als beschouwer kun je in de ogen kijken van een man en vrouw die elk op eigen manier reageren op wat er is gebeurd, je leest de relatie die de twee hebben. Alhoewel er echte modellen worden gebruikt, waarvoor er mallen zijn gemaakt en bewerkt, zijn het geen portretten, maar karakters die een universeel verhaal vertellen. Het werk gaat over menselijk leiden, de zoektocht naar identiteit, de ingewikkeldheden van communiceren en de vervreemding die inherent is aan ons leven. Het gaat ook over onze dromen, over hoop op een betere toekomst en de zoektocht naar innerlijke rust en verwondering.’
Nerdy jongetjes
In het atelier werkt een vrouwelijke medewerker aan een langwerpig beeld van een lelie die in een vaas op een tafeltje staat, een kwetsbaar beeld. Op de Beeck: ‘We zijn hier altijd tegelijkertijd bezig met verschillende werken en dat geeft mij ook de frisheid om elke keer opnieuw naar de vorderingen te kijken. Er zijn dingen die ik alleen zelf kan doen, zoals het maken van een rotspartij, een tekening, een aquarel, het schrijven van een theaterstuk, daar kan niemand bij helpen, maar bij andere activiteiten heb ik medewerkers, kunststagiaires of mensen met speciale vaardigheden. Ik ben wel een kunstenaar die de volle verantwoordelijkheid neemt, zo zit ik in elkaar.’
‘Het zijn nieuwe paden die mij kiezen.’
Eigenlijk is er niet veel veranderd in de manier van werken, zo legt de kunstenaar uit als hij tussen de kisten, spuitapparaten, mallen en gereedschap naar achteren loopt. ‘Mijn tweelingbroer Gert en ik maakten als kind van alles, wat er maar in ons opkwam, of dat nu een theaterstuk was of stripverhaal. We waren een beetje nerdy jongetjes die niet mee gingen voetballen op straat, maar binnen aan het tekenen waren. We hebben ook iets met taal, net als onze nicht Griet. We hadden ook ooms en tantes schilderden en tekenden. Zelf ben ik als kind begonnen als striptekenaar. Mijn droom was tekenfilms gaan maken. Later op de kunstacademie ben ik gaan schilderen deed ik een Master in experimenteel atelier. Op de Rijksakademie in Amsterdam heb ik nog verder geleerd met mijn handen te werken. Ik ben mijn stripachtergrond gaan toepassen in animaties en video’s. Het heeft nog een hele lange tijd geduurd eer ik weer tekeningen en zwartwit aquarellen durfde te tonen, ik was bang dat het te stripachtig was.’
'Kunst moet je ontroeren, raken, meerdere lagen hebben en soms ook een donkere schoonheid hebben'
Een tragikomisch geheel
Op de Beeck haalt een plastic van een beeld van een klein meisje in ondergoed, ze heeft haar ogen gesloten en houdt, in de installatie waar ze een onderdeel van is, iets vast. Wat betekenen de beelden van Hans Op de Beeck? ‘Ik zie het leven als een tragikomisch geheel, dus met de lulligheid en de ernst tezamen. Ik zie mijn taak als kunstenaar om van iets gewoons iets buitengewoons te maken. Giorgio Morandi deed dat met zijn vaasjes. Inhoud, maatschappelijk reflectie, relevantie, actualiteitswaarde zijn allemaal niet aanwezig bij Morandi en toch, doordat de hals van de fles een beetje trilt, krijgt het werk intimiteit, intensiteit, stilgevallenheid en melancholie die onvoorstelbaar is en iets zegt over ons menszijn. Daaruit ontstaat inhoud. Mijn werk ontstaat door simpele ingevingen. Dat ik bijvoorbeeld zin heb om een man op een paard te maken. Heel kinderlijk eigenlijk.
'Net als mijn nicht Griet wil ik kunst maken die troost biedt en aanvoelt als een arm op je schouders, kunst die je het gevoel geeft dat je niet alleen bent.'
Maar dan begint het en ga ik mij afvragen wie die man is en wat hij te vertellen heeft. Gedurende het proces ontstaat het. Aan studenten vertel ik vaak dat ze niet moeten beginnen met iets met een te moeilijke inhoud. Begin met iets eenvoudigs, daarna neemt het werk het van je over. Wat begon als een ruiter te paard werd uiteindelijk het verhaal van de eenzame reiziger van alle tijden en dat van een thuisloze emigrant op zoek naar een beter leven. Je werk is altijd verstandiger dan je zelf bent. Vaak is het ook zo dat ik later pas zie wat het werk eigenlijk voor betekenislagen heeft. Je weet ook nooit hoe en waar het nu precies in balans komt. Het aapje met het parasolletje op de schouder van de ruiter is er later bij gekomen evenals de spullen die hij bij zich heeft. Mijn werk is ook niet conceptueel, het ontstaat in het proces tot de puzzel klopt.’
Parallelwereld
Het werk van Op de Beeck is zeer gedetailleerd en realistisch. Dat vraagt hij niet van andere kunstenaars: ‘Ik hou zelf heel erg van de brute en ruwe beelden van Thomas Houseago of de vrije, grove geschilderde schilderijen van Peter Doig, een schilder die met een streep of vlek heel veel kan zeggen. Het zijn kunstenaars die veel losser en impulsiever werken dan ikzelf werk. Ik ben veel picturaler, realistischer. Misschien is het de striptekenaar in mij. Het gaat mij niet om simulatie, maar om evocatie. Ik wil iets oproepen. Door de ruimte zwartwit te maken abstraheer ik de werkelijkheid en creëer ik een parallelwereld waarin van alles te ontdekken valt.’
'Ik heb bijvoorbeeld zin om een man op een paard te maken. Heel kinderlijk eigenlijk. Maar dan begint het en ga ik mij afvragen wie die man is en wat hij te vertellen heeft.'
Is het steeds een keuze om iets anders erbij te doen? ‘Ik rol overal in, bijvoorbeeld omdat mij iets gevraagd wordt en ik uitgedaagd word iets nieuws uit te proberen, buiten mijn comfortzone te treden. Zo ben ik ook gevraagd door Schauspiel Frankfurt om een stuk te schrijven, regie te voeren en een decor te maken. Het zijn nieuwe paden die mij kiezen. Als ik alleen economisch zou denken dan zou ik nu geen medewerkers hebben en alleen maar aquarellen maken. Maar zo zit ik niet in elkaar. Ik maak soms enorme werken die totaal onverkoopbaar zijn, maar wel een unieke beleving zijn die ik als toeschouwer zelf het eerste wil beleven. Net als mijn nicht Griet wil ik kunst maken die troost biedt en aanvoelt als een arm op je schouders, kunst die je het gevoel geeft dat je niet alleen bent. Ik heb niet meegemaakt wat Griet heeft meegemaakt, maar bij ons thuis was het ook niet alleen vrolijk. Dat is waar kunst over moet gaan. Het moet je ontroeren, raken, meerdere lagen hebben en soms ook een donkere schoonheid hebben.'