Hoe je een stilgevallen feest oproept
Geert Van der Speeten | De Standaard, 3 June 2021
Even zat een van onze productiefste kunstenaars in zak en as, maar de lockdown legde Hans Op de Beeck niet aan banden. Zijn bijdrage aan Triënnale Brugge nadert de finale fase. En voor Art Brussels gunt hij deze week een blik in zijn atelier.
Een cavalerie van tien paarden, bevroren in galop, vormt een parmantige rij in het beeldhouwatelier. Het is een van de vele ruimtes in de Studio Hans Op de Beeck waar dezer dagen de laatste hand gelegd wordt aan Danse Macabre. Monochroom matgrijs, de signatuur van de kunstenaar, overheerst in deze kermismolen die volgende week aan de Sint-Walburgakerk in Brugge verschijnt. De minutieuze uitwerking van de paardentuigen valt op. Evengoed vind je de liefde voor detail in stillevens– restanten van een feestmaal. Als in een donker sprookje figureren ook geraamtes en ensoriaanse figuren op de carrousel. Een sculptuur van een vliegtuigje oogt schattig. Bij nader inzien stelt het een bommenwerper voor.
Danse Macabre moet een stilgevallen feest oproepen, zegt Op de Beeck. ‘Het is een memento mori dat onze eindigheid viert. Niet zwartgallig of doemdenkerig. Veeleer melancholisch.’
Voor het eerst in twintig jaar haalde de kunstenaar een deadline niet, de start van Triënnale Brugge. Door de grootte en complexiteit van het werk, dat ook nog eens verplaatsbaar moest zijn, had hij de productie van de draaimolen grotendeels uitbesteed aan een gespecialiseerd Nederlands bedrijf, dat ook aan pretparken levert. ‘Dat moest de productiekosten drukken. Maar ook dit bedrijf werkt met onderaannemers, waar corona toesloeg en leveringen niet gehaald werden. Ik kan hen niets verwijten. Nu steken we in eigen huis een tandje bij.’
Op de Beeck kan het niet laten: monumentale werken en immersieve installaties markeren zijn oeuvre, dat internationaal gewaardeerd wordt. Ze stellen een parallel universum voor, evoceren een artificiële realiteit. Het zijn dure producties die hij zelf trekt en voorfinanciert, met aanmaakkosten van 150.000 euro en meer. Veel handwerk gebeurt in het atelier in Anderlecht en een bijkomende ruimte die hij vlakbij huurt. In de Studio zijn zeven werknemers voltijds actief. Een deel van hen werd het voorbije jaar technisch werkloos.
‘Dat viel moeilijk. Ik heb altijd geïnvesteerd in de ploeg. Ook de verkoop sputterde, in afwachting van de herstart. Dat uitstel maakt dat de agenda voor 2022 en 2023 al stampvol zit.’
Corona sloeg Op de Beeck uit zijn lood. ‘Dat verlammende gevoel dat er een sluier over de wereld werd gelegd: het verdoofde mij. De stroom van het leven viel stil of werd heel smal gekanaliseerd. Bij veel collega’s wekte dat een productieve vibe op. Niet bij mij. Tentoonstellingen en deadlines vormen een deel van mijn dynamiek. Ik meander ook graag tussen opdrachten. Het vloeit organisch in elkaar over: lesgeven, een regie voor de opera voorbereiden, nieuw werk installeren en afbreken. Je verlegt continu je concentratie. Voor mijn persoonlijkheidstype is het juist stressvoller om minder te doen. Soms kies ik voor afzondering, bijvoorbeeld om ’s nachts aquarellen te schilderen. Maar dit opgelegde isolement: daar had ik het lastig mee.’
Deze week palmt zijn Amsterdamse galerie, Ron Mandos, de Studio Hans Op de Beeck in. Aanleiding is Art Brussels, dat voor de tweede keer op rij niet live kan plaatsvinden. De kunstbeurs koos voor een aanwezigheidspolitiek: in zestig Belgische galeries in Brussel, Antwerpen en Knokke, en online met de formule van viewing rooms. In totaal komen 452 kunstenaars bij deze editie van Art Brussels aan bod. Vaak met hun jongste werk: zo’n 30 procent van wat te koop is, ontstond tijdens de pandemie.
Op de Beeck stelt als enige zijn eigen ruimtes ter beschikking. Hij ontvangt wel vaker bezoekers, zegt hij. ‘Ik vind communicatie over mijn werk en praktijk belangrijk. Elke maand passeert er wel een groep, met studenten of sponsors van een kunstinstituut. Dan stopt er weer een bus voor de deur met uitgelaten kunstliefhebbers. En zie je de buurt zich afvragen: wat gebeurt er toch achter die gevels?’
De kunstenaar geeft zelf een lezing en een rondleiding, voor bezoekers die inschreven voor het Meet the artist-programma van Art Brussels. In de expositieruimte, een loods met daglicht achteraan het gebouw, zullen zo’n tien werken te zien zijn. Geen nieuwe producties, vooral kleinschaliger sculpturen. Er zijn stillevens bij en een vijver die er bedrieglijk echt uitziet. Niet eerder getoond in ons land is Celeste (smoking) (2020) een elegant beeld van een rokende vrouw met het postuur van een marionet. Op de Beeck: ‘Ik ben gefascineerd door mechanische, stilgevallen, ontmenselijkte figuren zoals poppen. Het roept bij mij de melancholie op van de automaat, die mensenhanden nodig heeft om tot leven te komen.’ Van recente datum is Blossom Tree (2018), een bronzen sculptuur van een boompje met kersenbloesems. ‘Dat wordt kitsch, voorspelden de intimi. Maar ik testte het uit in Japan en het werkte: een verstarde, asgrijze boom waar bij wijze van contrast het felroze van de bloesems uitbarst.’
Op de Beeck werkt met vijf galeries wereldwijd. De kunstbeurzen laat hij doorgaans aan zich voorbij gaan. ‘Dat is meer een zaak van de kunsthandel. Voor de allergrootste, Art Basel, maakte ik een uitzondering. Voor de sectie “Art unlimited” werd ik twee keer voorgedragen voor een ruimtevullende installatie. Moet onverkoopbaar zijn, zie je dan iedereen denken. Maar intussen is The Collector’s House, dat er in 2016 te zien was, beland bij een Zwitserse collectioneur die er een eigen ruimte voor wil bouwen. Vooral dat laatste is een opluchting: de opbouw van het werk, een rijkemansinterieur propvol objecten, neemt veel tijd in beslag. Het vervoeren vraagt veertien vrachtwagens.’
Voor Art Brussels heeft Op de Beeck een boon. ‘Het is een kunstbeurs met een kwalitatief profiel, maar dan zonder het prestige en het gedoe van de grote spelers. Art Brussels, in de achtertuin van de Belgische verzamelaars, is sympathiek, behapbaar en gastvrij. Het persoonlijk contact telt er door. Het deed mij toezeggen om er dit keer mijn studio voor open te stellen.’