Melancholicus in het spoor van de Vlaamse meesters
Geert Van der Speeten | de Standaard, 26 May 2023
Hedendaagse kunst uit onze contreien spiegelen aan een rijke historische erfenis: het Musée de Flandre zet er graag op in. Ook het oeuvre van totaalkunstenaar Hans Op de Beeck schrijft zich moeiteloos in de traditie in.
Het Noord-Franse Kassel, in 2018 uitgeroepen tot lievelingsstad van de Fransen, blijft een droombestemming. Het ministadje ligt op de hoogste molshoop van de streek, vlak over de grens. Onderweg passeer je een glooiend landschap, enkel doorkruist door tractoren, dat wonderlijk intact is.
In het Musée de Flandre zijn Vlaamse meesters en hun tijdgenoten thuis. De collectie en het wandelparcours zijn zopas grondig herschikt. Ze werden aangevuld met topstukken uit het museum van Valenciennes, dat verbouwt.
Omdat Hans Op de Beeck nu eenmaal een magiër is, een kei in ‘verstilde werken met universele reikwijdte’, brengt directrice Cécile Laffon hem een hommage te midden van onze rijke Noord-Europese schilderstraditie. Silence & résonance, zoals de ondertitel luidt, geven de toon aan.
Sneeuwlandschap
Rake voorbeelden roepen verbanden op over de eeuwen heen. Dat gebeurt al prompt aan de hand van het geïdealiseerde landschap, waarvan Joachim Patinir een pionier was. In de monumentale aquarellen, die hij ’s nachts realiseert, kiest Op de Beeck al evenzeer voor het weidse perspectief. Maar wel in ‘niet-kleuren’ en grijstinten, in plaats van in glinsterende polychromie.
In een marine waarmee de tentoonstelling opent, trekt een lichtvlek de aandacht tussen de kolkende golven. Elders vind je een machtig sneeuwlandschap, roerloos als na een storm. Er valt geen mens op te bespeuren. Anders dan op het 17de-eeuwse Winterzicht van Gysbrecht Leytens, dat in één beweging ook een anekdotisch jachttafereel is.
Dromerig monochroom matgrijs, de signatuur van de kunstenaar, overheerst. Je zou een link kunnen leggen naar de sobere grisaille uit de kunstgeschiedenis, zelfs naar de film noir. Bij Op de Beeck is het grijs een rustbrenger en een element van sereniteit. De grijslaag is ook heel tactiel, alsof er een onzichtbare fluwelen huid over de sculpturen ligt. In de zaal met de vanitas-schilderijen drapeerde de kunstenaar uitvergrote elementen die je bij een stilleven verwacht: een schedel, een kaars, een kelk, een druiventros in XL-formaat. Ze brengen een loflied op het alledaagse, maar wijzen vooral symbolisch op de fragiliteit van het bestaan.
Carnaval
Dat besef is in het oeuvre van Op de Beeck vaak terug te vinden. De gedempte sfeer, de tijd die stilgezet is, de introspectie: ze wijzen op een omgang met leven en dood die van melancholie doordrenkt is. Zo bekeken, sluit zijn werk even naadloos aan bij de symbolistische verstilling van Fernand Khnopff en tijdgenoten.
Niet alles is één op één. In de zalen die inzoomen op het carnaval en op de satire en zelfspot die in de Vlaamse schilderkunst vanaf pakweg de 16de eeuw een rode draad vormen, duikt juist een contrapunt op. Weer draait het bij Op de Beeck om een moment van verinnerlijking. Naast het Schijtmannetje, de Kasselse variant van het Manneken Pis, plaatst hij twee sculpturen die opgeslorpt lijken door hun solitaire spel. Maar hun ogen zijn gesloten: zo geven ze zich over aan de slaap, aan een fragiele droom waarin alles mogelijk is.
Wat verderop laat Op de Beeck de uitbundigheid van het carnaval, dat de wereld op zijn kop zet, stilvallen. Hij toont een achterafmoment, dat van de reflectie en misschien zelfs de kater: een hyperrealistisch beeld van een danseres met pluimhoed, rokend en onderuitgezakt in een zetel.
Miniatuurfilmset
De volledige reikwijdte van deze alleskunstenaar oproepen – Op de Beeck is ook actief in opera en theater – was onhaalbaar voor een tentoonstelling op deze schaal. Zo ontbreekt er een immersieve installatie, toch het handelsmerk van de kunstenaar, waarin hij ons onderdompelt in een ongemakkelijke, parallelle wereld.
Maar Silence & résonance gaat wel breed, onder meer met de presentatie van een ambitieus videoproject op groot scherm. Staging silence (3) legt de tijd niet lam, maar versnelt hem juist. We kijken naar een telkens weer veranderende miniatuurfilmset, waar twee paar handen een sobere choreografie uitvoeren. Voor ons oog bouwen ze op en breken weer af, met proppen katoen, plasticfolie of suikerklontjes.
De video verbeeldt de eindeloze alternering van constructie en deconstructie die de menselijke geschiedenis al heeft zien passeren, zegt de kunstenaar hierover. Maar wel tot in het absurde, en met een lichtvoetigheid waarnaar we haast geamuseerd zitten te kijken.